Tijdens mijn fotoreis afgelopen september reden we verder het berglandschap in. Hier komen we boven de boomgrens uit. Dit verlaten toendra gebied is uitgestrekt en uiteraard rotsachtig. Ook hier ligt de grond o.a. bezaaid met korstmos en rendiermos.
Dan ineens staan we oog in oog met een muskusos, die hier regelmatig gespot wordt. Door z’n gestalte komt het als een oerdier over, maar dit arctisch dier is het meest verwant met de schaap en geit. De ondervacht is warm en wollig, terwijl de bovenvacht lange, afhangende haren heeft. De muskusos leeft van de vegetatie om zich heen, wat niet altijd wilt zeggen dat het lievertjes zijn. Er wordt niet voor niets gewaarschuwd minimaal 200 meter afstand te houden. Muskusossen willen liever niet gestoord worden en als het moet kunnen ze met 60km/u op je afrennen.
Als dit (veilig) oogcontact al niet een bijzonder beeld oplevert dan zal het ‘s-winters dat helemaal doen. Zo’n prachtbeest – tot 400 kilo wegend – afstekend in een markant wit en koud rotslandschap moet óók mooi staan.
Eenmaal boven aangekomen ligt er volop sneeuw en waait er een ijzig koude wind. De muskusos blijft vooralsnog ‘warm’ beneden… waar het gebied nog goed te begrazen is.