De winter wordt vaak geassocieerd met troosteloosheid. Een dood seizoen, waar weinig leven is. Een kille stilte en nóg killere weersomstandigheden. Ik begrijp dat niet goed.

In de koudere maanden zijn bomen bladloos en tonen hun kale bast. Grasvelden vertonen gele kleuren, heide is bedekt met rijp. En aarde krijgt weer z’n donkere kleur terug. Zo krijgt het landschap weer ruimte. Niet alleen ruimte om zich op te laden voor de lente. Maar ook ruimte om z’n diepe weidsheid tot recht te laten komen. Ruimte om z’n gelaagdheid te laten zien. Ruimte om gelijktonige kleuren te tonen. Ruimte om z’n groene, winterharde struiken aandacht te geven. En zo ruimte om andere accenten aan te brengen in het landschap.

Een kwestie van omdenken…

Geef een reactie

18 + elf =

Translate »